| Indicatie: | Myasthenia Gravis; Thymoom |
| Eenheid: | nmol/l |
| Referentiewaarden: | In overleg kunnen titerbepalingen worden aangevraagd
| Interpretatie |
Resultaat |
| negatief |
< 0,3 |
| dubieus |
0,3 - 0,5 |
| zwak positief |
0,5 - 2,0 |
| positief |
> 2,0 |
|
| Interpretatie: | aCHR is geindiceerd bij de diagnostiek van Myasthenia Gravis (MG). aCHR zijn de pathogene antistoffen gericht tegen de postsynaptische spiermembraan. 10-20% van de MG patienten is echter seronegatief. Bij een blijvende verdenking op MG kan muscle specifiek tyrosine kinase (MuSK) worden aangevraagd. 50% van de seronegatieve patienten is positief voor MusK en deze categorie lijkt ook een ander ziektebeloop te vertonen dan de achr positieve patienten.
| soort MG |
% patienten positief |
| Totaal |
90% |
| MG met Thymoom |
100% |
| oculair MG |
50% |
| Thymoom zonder MG |
20 |
|
| Testeigenschappen: | |
| Doorbelgrenzen: | |
| Bronvermelding: |
- Lennon VA: Serological diagnosis of myasthenia gravis and distinction from the Lambert-Eaton myasthenic syndrome. Neurology 1997;48(Suppl 5):S23-S27
- Lachance DH, Lennon VA: Chapter 19, Paraneoplastic neurological autoimmunity. In Neuroimmunology in Clinical Practice. Edited by B Kalman, T Brannagan III. Blackwell Publishing Ltd, 2008, pp 210-217
|
