Voor Resus D antistoffen geldt dat een testuitslag van >50% een groot potentieel gevaar voor de foetus voorspeld met een grote kans op noodzaak voor intra-uteriene transfusies.
Het 2-4 wekelijks vervolgen van een ADCC kan soms zeer belastend zijn indien antistoffen al vroeg in de zwangerschap worden aangetoond. Als alternatief kan bij het CLB een DNA test worden aangevraagd. Deze analyseert, indien de vader heterozygoot is voor het desbetreffende antigen, foetaal DNA in maternaal plasma. Hiermee kan worden boordeeld of de foetus het Rhesus genotype van de vader heeft waartegen de moeder antistoffen heeft gemaakt. Zie bepaling:"foetale genotypering in maternaal plasma".