Interpretatie: | Er bestaat een forse kruisreactiviteit tussen de honingbij (Apis mellifera; code i1) en de hommel (Bombus terrestris, code i 205), beide behorende tot de bijen familie (Apidae). De kruisreactiviteit met de familie van de wespen (Vespidae) is echter beperkt. Toch zien we in bijna 50 % van de gevallen dubbel positiviteit tussen bij en wesp. Dit is voor een groot deel te verklaren door 'cross reactive carbohydrate determinants (CCD's), welke veel minder klinische klachten geeft en minder kans op systemische reacties. Indien alleen positief tegen bij óf wesp dan is er waarschijnlijk sprake van sIgE tegen specifiek eiwit, met grotere kans op systemisch reactie's. Voorafgaand aan immuuntherapie is het raadzaam recombinant allergenen te testen: voor honingbij (rApi m1; code i208). |
Bronvermelding: |
- Hoffman DR, Jacobson RS. Allergens in Hymenoptera venom XXVII: Bumblebee venom allergy and allergens. J Allergy Clin Immunol 1996;97:812-21.
- Stapel SO, Waanders-Lijster de Raadt J, van Toorenenbergen AW, de Groot H. Allergy to bumblebee venom. II. IgE cross-reactivity between bumblebee and honeybee venom. Allergy 1998;53:769-77.
- Annila I. Bee venom allergy. Clin Exp Allergy 2000;30:1682-87.
- King TP, Spangfort MD. Structure and Biology of Stinging Insect Venom Allergens. Int Arch Allergy Immunol 2000;123:99-106.
|