Interpretatie: | Allergie tegen bijvoet presenteert zich meestal van laat in de zomer tot in het najaar als de bijvoet bloeit in de bermen en braakliggende terreinen. De bijvoet maakt geen onderdeel uit van de inhalatiescreening (PHA) en moet bij verdenking separaat worden aangevraagd. Bijvoet valt onder de Composietenfamilie (Asteraceae) en kent kruisreactiviteit met vele planten uit deze familie (aster, chrysant, paardebloem, zonnebloem) en met andere (on)kruid als Alsme ambrosia. Dit kan ook een reden zijn voor allergie tegen honing, gemaakt van planten uit de composietenfamilie. Verder is kruisreactiviteit beschreven met: ambrosia, berk, selderij, wortel en specerijen (anijs, venkel, coriander, komijn). |
Bronvermelding: |
- Hirschwehr R, Heppner C, Spitzauer S, Sperr WR, Valent P, Berger U, Horak F, Jäger S, Kraft D, Valenta R. Identification of common allergenic structures in mugwort and ragweed pollen. J Allergy Clin Immunol 1998;101(2 Pt 1):196 206.
- Himly M, Jahn-Schmid B, Dedic A, Kelemen P, Wopfner N, Altmann F, van Ree R, Briza P, Richter K, Ebner C, Ferreira F. Art v 1, the major allergen of mugwort pollen, is a modular glycoprotein with a defensin-like and a hydroxyproline-rich domain. FASEB J 2003;17(1):106-8
|