Interpretatie: | Van de grote superfamilie van de Vespoidea (Wespachtigen) is de Vespidae familie (plooivleugelwespen) verreweg de belangrijkste. Deze familie is op te delen in twee in Europa voorkomende genera: de veldwespen (polistinae) en de papierwespen (vespinae). In Nederland komen binnen de genus van de veldwespen twee soorten voor (vnl in het zuiden/oosten van het land): de bergveldwesp (Polistes biglumis; i4) en de Franse veldwesp (Polistes dominulus of Polistes gallicus; i77). Van de papierwespen komen meer soorten in Nederland voor: 1. de Europese hoornaar (Vespa crabro, i75) is een grote wesp die mensen niet opzoekt en alleen steekt in de buurt van zijn nest, maar dan ook steekt op alles wat beweegt. Er komt (sporadisch) allergie voor tegen deze wesp, vrnl in Zuid Europa. Er is weinig kruisreactiviteit met ander wespen. 2. De kortkopwespen (ook wel limonadewesp genoemd; Vespulae spp, i3) komen het meest voor en steken voornamelijk in het najaar als ze op zoek gaat naar zoetigheid. Ze nemen ongeveer 85 % van de steken voor hun rekening. Ze worden gekenmerkt door geel met zwartgestreept lijf en typisch wespentaille. De meest voorkomende zijn de Vespula vulgaris en de Vespula germanica. 3. De langkopwespen (Dolichovespula, i2 en i5) komen in Nederland nagenoeg niet voor. |
Bronvermelding: | Homburger HA: Chapter 53: Allergic diseases. In Clinical Diagnosis and Management by Laboratory Methods. 21st edition. Edited by RA McPherson, MR Pincus. WB Saunders Company, New York, 2007, Part VI, pp 961-971 |