Interpretatie: | Circulerende anticoagulans zijn verworven remmers van stolfactoren die kunnen ontstaan in congenitaal deficiente personen door toediening van de ontbrekende factor of t.g.v. een auto-immuun proces bij voorheen normale personen. Van de anticoagulans die een bloedingsneiging veroorzaken zijn antistoffen tegen factor VIII het meest voorkomend. Ze ontstaan bij 15% van de ernstige hemofiliepatienten (factor VIII<1%) en komen soms voor bij gezonde personen (o.a. na zwangerschap).
Een bloedingsneiging met afwijkende aPTT is vaak de aanleiding voor inzetten van de mengproef, waarbij de aanwezigheid van een factordeficientie wordt onderscheiden van een factorremmer. Normaliseert de mengproef niet dan kan vervolgonderzoek naar factorremmers worden ingezet.
Antistoffen tegen factor VIII worden gemeten met de Bethesda methode. Hierbij wordt factor VIII uit normaalplasma toegevoegd aan een verdunningsreeks van plasma met vermoede remmer. De hoeveelheid FVIII die wordt geneutraliseerd door de remmer wordt uitgedrukt in Bethesda Units (BU). 1 BE is de hoeveelheid remmer die 50% van 1 unit factor VIII in normaal plasma neutraliseert na 2 uur incubatie op 37 °C. |