| Interpretatie: | Hoewel primaire allergie tegen haagbeuk voorkomt, zijn de meeste allergische reacties het gevolg van kruiseractie met de andere bomen uit de Betulaceae familie (berk, els, hazelaar en haagbeuk). Allergie voor berk presenteert zich meestal van februari - april/mei, terwijl de hooikoorts tegen graspollen vaak later begint (mei - juli). Bij kruisreactiviteit met els en hazelaar is de presentatie vaak nog eerder: december - maart. In geval van positieve sIgE voor berk bestaat er kruisreactie met diverse bomen, groente, fruit en noten, het zgn. paraberksyndroom of oraal allergiesyndroom:
- Pollen van de Betulaceae familie: berk, els, hazelaar en haagbeuk.
- Fruitsoorten: appel, peer, kiwi, perzik, framboos, abrikoos, nectarine, pruim, mango, braam, aardbei, kers, aalbes, en mispel.
- Noten: hazelnoot (ook in verwerkte vorm: chocolade, koeken etc.) maar ook amandel, kastanje, pistache en kokosnoot.
- Groenten: aardappel, tomaat, wortel, selderij
Mensen met het paraberksyndroom hoeven echter niet voor alle bovengenoemde voedingsmiddelen allergisch te reageren. Meestal gaat het om appel, peer en hazelnoot. |
| Bronvermelding: | Homburger HA: Chapter 53: Allergic diseases. In Clinical Diagnosis and Management by Laboratory Methods. 21st edition. Edited by RA McPherson, MR Pincus. WB Saunders Company, New York, 2007, Part VI, pp 961-971 |
