Hemolyse, icterie, lipemie

Bij moeizame bloedafname (vooral capillaire afname) treedt er vaak hemolyse op. In die gevallen waarbij de concentratie van een stof intracellulair veel hoger is dan in het plasma geeft dit een foutieve verhoging bij hemolyse. Daarnaast kan de kleurstof storen bij de chemische reactie van de meting van een analyt. Ook icterie of lipemie kunnen storen bij de meting.

Bij storing zal van een test door hemolyse, icterie of lipemie zal een commentaartekst bij deze test meegeleverd worden die passend is bij de storing. Is er geen opmerkingstekst toegevoegd, dan heeft de interferentie van hemolyse, icterie of lipemie ook geen effect op de meting en is het getal betrouwbaar binnen de analytische variatie.

Per analyt, type interferentie, mate van interferentie verschilt de storing gemeten bij een klinisch relevant interval. De opmerking geeft een richting mee aan de storing. De mate van hemolyse, icterie of lipemie kan worden opgevraagd bij het laboratorium.

H-index gemeten voor hemolyse komt overeen met hoeveelheid vrijgekomen Hb in plasma in mg/dl.
I-index gemeten voor icterie komt overeen met hoeveelheid vrijgekomen bilirubine in mg/dl. De Icterie index benadert de hoeveelheid bilirubine in plasma, maar maakt geen onderscheid in bilirubine en andere stoffen die licht absorberen bij dezelfde frequentie als bilirubine)
L-index komt overeen met turbiditeit (melkachtigheid/ verstrooing) van licht door intralipid (de mate van vetbolletjes in plasma).

H (international units/ umol/l/ c501) = H (conventioneel/ mg/dl /c503) x 0.621
I (international units/ umol/l /c501) = I (conventioneel/ mg/dl /c503) x 17

Qualitaetssicherung bei laboruntersuchungen. Strorungen durch Hamolyse. Boehringer Mannheim. Dr.A. Hubbuch. 1984