Interpretatie: | De belangrijkste allergene eiwitten in D. pteronyssinus zijn Der p1 en Der p2 (proteases). Er is uitgebreide kruisreactiviteit met andere huisstofmijten zoals D. farinae en geringe kruisreativiteit met voorraadmijten zoals Acarus siro. Deze laatste geven echter weinig klachten. In Nederland is de kruisreactiviteit tussen huisstofmijt en schelp- en schaaldieren op basis van tropomyosine (Der p10) gering, itt bijvoorbeeld Japan. Klinische symptomen van huisstofmijt allergie zijn asthma, rhinitis, conjunctuvitis en eczeem. Er is een goede correlatie tussen de hoogte van de titer en de ernst van de klachten.
D. pteronyssinus (d1) maakt deel uit van de inhalatiescreening. |
Bronvermelding: | Homburger HA: Chapter 53: Allergic diseases. In Clinical Diagnosis and Management by Laboratory Methods. 21st edition. Edited by RA McPherson, MR Pincus. WB Saunders Company, New York, 2007, Part VI, pp 961-971 |