Op moment van diagnose zijn in 80% van de patienten antistoffen tegen de pancreas aantoonbaar. In 70-80% van de gevallen is dat gericht tegen GAD65 (glutamic acid decarboxylase) een mebraaneiwit van de eilandjes. Antistoffen tegen insuline en IA2 worden met name bij jonge kinderen gezien. De aanwezigheid van meerdere antistoffen is geassocieerd met een snellere destructie van de beta-cellen en het gebruik van meer insuline.
Om in de volwassen patient te differentieren tussen type I of type II diabetes kunnen deze antistofbepalingen behulpzaam zijn. Ook bij patienten met LADA (diabetes 1 op oudere leeftijd) is de aanwezigheid van antistoffen voorspellend voor insuline afhankelijkheid. Hiervoor heeft GAD65 een hogere sensitiviteit dan IA2. Bij positiviteit voor alle 3 de antistoffen is de kans op insuline afhankelijkheid het grootst. |