IgG in liquor

15 - 60 jr: < 75 mg/l
> 60 jr:     < 90 mg/l

De IgG concentratie in de liquor is afhankelijk van de serumconcentratie en van de integriteit van de bloed-liquor barriere. Voor het vaststellen van de intrathecale productie van IgG kan beter de "IgG index" worden gebruikt, di de ratio tussen de QIgG en QAlb.
De intrathecale productie van IgG is meestal in de vorm van oligoclonale respons, maar kan ook polyclonaal zijn. De methode om clonaliteit vast te stellen is iso electric focussing (zie "IEF van liquor"). Verhoogde intrathecale IgG productie komt in 90 % voor bij multiple sclerose (MS), maar wordt ook waargenomen bij chronische meningitis, cerebrale vasculitis, LE, neurosyphilus, AIDS-dementie complex en diverse autoimmuunziekten. Bij neuroborreliose wordt eerst verhoogde IgM gevonden en pas veel later gevolgd door verhoogd IgG.

Uitslagen worden niet gecorrigeerd voor bloedbijmenging. Indien gewenst dan kan het aandeel afkomstig door bloedbijmenging worden berekend mbv de volgende formule:

Voor alles geldt dat de gebruikelijke eenheid wordt gebruikt, dus
Ery’s in bloed in x1012/L en in liquor in x109/L
IgG in plasma in g/L en in liquor in mg/L
Ht = hematocriet in bloed

IgG_corr_liq (mg/L) = IgG_gemeten_liq – [(Ery_liq/Ery_bloed) x IgG_plasma x (1-Ht)]

1. Handboek medische laboratoriumdiagnostiek. H. Hooijkaas, K. Mohrmann, L.C. Smeets, J.H.M. Souverijn, G.H.M Tax. Tweede druk 2013. Pag.: 504-514 Referentiewaarden conform Radboud UMC, laboratoriumgeneeskunde, nationaal referentielaboratorium voor liquoronderzoek.
2. Lamers, K.J.B. en Wevers,R.A., Liquor diagnostiek: chemische en klinische aspecten, Tijdschrift N.V.K.C. 1992; 17: 110-123.
3. Watson, M.A. and Scott, M.G., Clinical Utility of Biochemical Analysis of Cerebrospinal Fluid, Clin. Chem. 1995; 41/3: 343-360.