IgG subklassen
Aanvraaginformatie
Omschrijving: | IgG subklassen |
Synoniemen: | Immuunglobuline G subklassen, IgG1, IgG2, IgG3, IgG4 |
Aanvraagcode: | IGGS |
Uitvoerend Lab: | Bijzonder onderzoek |
Aanvraagformulier: |
Benodigde Informatie: | |
CITO Aanvraagbaar: | Nee |
Contactpersoon: | J. de Kok |
Opmerkingen: | Deze test is vanaf 01-12-2016 beschikbaar in Deventer. De referentiewaarden zijn vanaf deze datum veranderd omdat wordt gewerkt met een andere calibrator. |
Materiaal afname/opslag
Materiaal: | Serum |
Alternatief Materiaal: | |
Afname Volume: | 4 ml |
Minimaal nodig: | 1 ml |
Afnameconditie: |
Bewaarcondities: | -20 vriezer |
Bewaarperiode: | 2 weken |
Verzendformulier: | |
Verzendcondities: |
Interpretatie
Indicatie: | Bij patiënten met vermoeden op verhoogde gevoeligheid voor infectieziekten, met name recidiverende infecties van de luchtwegen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eenheid: | g/l | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Referentiewaarden: |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interpretatie: | Bij T-celafhankelijke immuunrespons door virussen en bacteriele toxines zullen met name IgG1 en IgG3 reageren, bij T-celonafhankelijke infecties, b.v. Hemophilus influenzae en pneumokokken zal IgG2 reageren. Allergeen-specifieke antistoffen worden met name door IgG4 subklassen vertegenwoordigd. Immuundeficienties kunnen geïsoleerd, maar ook in gecombineerde vorm voorkomen: IgG1 + IgG3, IgG2 + IgG4 of samen met IgM, IgA of IgG deficiëntie.
Bij kinderen treedt IgG2 deficientie het meest op, bij volwassenen IgG1 en IgG3 deficientie. Verlaagde subklassen kunnen zich uiten in recidiverende infecties, maar ook secundair worden veroorzaakt door gebruik van corticosteroiden, sufasalazine en carbamazapine. Een IgG subklasse deficiëntie is slechts een indicator voor gestoorde immuunrespons. De klinische relevantie is echter niet altijd duidelijk. Bij kinderen kan een tijdelijke verlaging van IgG2 voorkomen. Selectieve IgG4 subklasse deficiëntie is vaak niet klinisch relevant en komt voor bij 5,6% van de gezonde populatie.
Polyklonale verhogingen kunnen optreden bij chronische immuunstimulatie. Stijging van IgG1 en IgG3 bij patiënten met HIV, stijging van IgG2 bij patiënten met allergische alveolitis en IgG4 bij allergische patiënten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Testeigenschappen: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doorbelgrenzen: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronvermelding: | Referentiewaarden zijn afhankelijk van de gebruikte methode en WHO calibrator. Omdat exact wordt gewerkt volgens de door de fabrikant opgegeven methode op de door de fabrikant voorgeschreven apparatuur (SPA Plus) kunnen de referentiewaarden worden overgenomen uit de bijsluiter van de test. |
Testeigenschappen
Methode: | immuno-assay |
Analyse Frequentie: | 2 wekelijks |
Doorlooptijd: | 2 weken |
CTG-Klasse: | B209 |
Tarief: | €12.6 |
LIS Code: | IGGS |