Interpretatie: | Soja bestaat uit ten minste 21 allergenen zoals Gly m 1t/m 6. Vicilines zijn globulines die verantwoordelijk zijn voor eiwit opslag in de sojaboon.
Bij patiënten met een boom(berken)pollenallergie kan ook een allergie voor soja ontstaan. Deze allergie wordt veroorzaakt door IgE antistoffen tegen het Gly m4 eiwit. Dit Gly m4 is kruisreactief met het berkenpollen allergeen Bet v1. IgE antistoffen tegen het Gly m4 kunnen milde klachten veroorzaken tijdens het (boom)pollenseizoen, het oraal allergie syndroom. Ook zijn ernstige systemische reacties mogelijk bij inname van grote hoeveelheden soja bevattende producten zoals sojamelk waarbij het product slechts kort verhit wordt. Mogelijk is er dan sprake van een sensibilisatie voor een ander eiwit, het Gly m5. IgE antistoffen tegen deze eiwitten kunnen reacties veroorzaken. Met behulp van het aantonen van IgE tegen soja en de allergeencomponenten Gly m4, Gly m5 en Gly m6 kan men meer zekerheid krijgen of de antistoffen klinisch relevant zijn.
Sensibilisatie voor Gly m 5 of Gly m 6 wordt geassocieerd met ernstige reacties tegen sojabonen. Daarom wordt sensibilisatie voor deze allergenen ook wel gezien als diagnostische marker voor het identificeren van soja-allergische patienten die een hoog risico hebben voor ernstige klinische symptomen. |
Bronvermelding: | Holzhauser T, Wackermann O, Ballmer-Weber BK, Bindslev-Jensen C, Scibilia J, Perono-Garoffo L, Utsumi S, Poulsen LK, Vieths S. Soybean (Glycine max) allergy in Europe: Gly m 5 (beta-conglycinin) and Gly m 6 (glycinin) are potential diagnostic markers for severe allergic reactions to soy. J Allergy Clin Immunol 2009;123(2):452-8. Homburger HA: Chapter 53: Allergic diseases. In Clinical Diagnosis and Management by Laboratory Methods. 21st edition. Edited by RA McPherson, MR Pincus. WB Saunders Company, New York, 2007, Part VI, pp 961-971 |