Indicatie: | subfertiliteit, ovulatie, zwangerschap |
Eenheid: | nmol/l |
Referentiewaarden: | man: <0.519 - 0.5 nmol/l
Cyclus/Vrouw |
LH (U/l) |
FSH (U/l) |
Oestradiol (nmol/l) |
Progesteron (nmol/l) |
Cyclus: |
|
|
|
|
Vroeg folliculair (dg -15 tot -6) |
0,4 - 9 |
2 - 11 |
0,05 - 0,4 |
0,3 - 3 |
Laat folliculair (dg -5 tot -1) |
2 - 10 |
3 - 10 |
0,2 - 1,5 |
0,3 - 2 |
LH piek (dg 0) |
20 - 75 |
5 - 20 |
0,5 - 1,5 |
1 - 5 |
Vroeg luteaal (dg 1 tot 4) |
3 - 22 |
2 - 16 |
0,1 - 0,7 |
5 - 50 |
Mid luteaal (dg 5 tot 9) |
1 - 11 |
1 - 8 |
0,2 - 0,8 |
30 -70 |
Laat luteaal (dg 10 - 14) |
0,4 - 9 |
1 - 8 |
0,1 - 0,7 |
4 - 40 |
Postmenopausaal |
15 - 60 |
20 - 150 |
|
<0.159-0.4 |
Ammenorroe |
Progesteron |
6 wkn |
10 - 250 |
10 wkn |
40 - 200 |
15 wkn |
80 - 250 |
20 wkn |
100 - 300 |
25 wkn |
150 - 400 |
30 wkn |
200 - 500 |
35 wkn |
250 - 800 |
40 wkn |
300 - 1500 |
Puberteit |
Vrouw |
Man |
Fase I |
< 1,5 |
< 1 |
Fase II |
< 2,0 |
< 1 |
Fase III |
< 14 |
< 1 |
Fase IV |
< 40 |
< 1,3 |
Fase V |
0,3 - 30 |
< 1,3 |
|
Interpretatie: | Progesteron levels in bloed is een maat voor de functie van het corpus luteum. De waarde van het hormoon stijgt in het bloed nadat ovulatie heeft plaatsgevonden. In de differentiatie van subfertiliteit wordt in de tweede helft van de cyclus (dag 21) progesteron bepaald om na te gaan of ovulatie is opgetreden.
Langdurig sterk verhoogde waarden zijn een teken van zwangerschap (50 - 1440 nmol/l) en dit kan bevestigd worden met een plasma hCG test.
Indien bij een eerder vastgestelde zwangerschap een laag progesteron wordt gemeten is dit een indicatie voor een beeindiging van de zwangerschap of een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
Progesteron fungeert als precursors voor steroiden gemaakt in de bijnier, ovarium en testis. Progesteron zal verhoogd zijn bij enzymdeficienties die betrokken zijn bij productie van steroiden (21-alfa of 17-alfa-hydroxylase). Om na te gaan welk enzym deficiënt is bevelen wij aanvullend onderzoek aan. |
Testeigenschappen: | |
Doorbelgrenzen: | |
Bronvermelding: |
- Lippe BM, LaFranchi SH, Lavin N, et al: Serum 17-alpha-hydroxyprogesterone, progesterone, estradiol, and testosterone in the diagnosis and management of congenital adrenal hyperplasia. J Pediatr 1974;85:782-787
- Haymond S, Gronowski AM: In Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics, Fourth edition. Edited by CA Burtis, ER Ashwood, DE Bruns. St. Louis, Elsevier, Inc, 2006, pp 2097-2152
|