Indicatie: | follow-up bij jicht, nierstenen, tumorlysis syndroom, Lesch Nyhan, myeloproliferatieve ziekten, nierinsufficientie, hyperuricemie, hypouricemie |
Interpretatie: | Doordat urinezuur slecht oplosbaar is kan het als kristal neerslaan in gewrichten (jicht) of in urine (urinezuur nierstenen). De sensitiviteit en specificiteit van urinzuur voor diagnostiek van jicht zijn echter onvoldoende.
Urinezuur is het afbraakproduct van purines, de bouwstenen van DNA. Tijdens verhoogde weefsel afbraak zoals bij (de behandeling) van tumoren is urinezuur verhoogd.
Bij verdenking stoorinissen in purine metabolisme kan afhankelijk van het enzymdefect urinezuur verhoogd (Lesch Nyhan) of verlaagd zijn (xanthine oxidase deficientie), wordt geadviseerd ook urinezuur in urine te bepalen.
Primaire hyperuricemie: Glucose 6-fosfatase deficientie, HPRT deficientie
Secundaire hyperuricemie: secundair bij weefselafbraak, verhoogde DNA synthese (PV, leukemieen), verminderde klaring (nierinsufficientie, alcoholmisbruik, loodintoxicatie)
Hypouricemie komt zelden voor: behandeling met allopurinol, hoge dosis salicylaten, xanthine oxidase deficientie |
Bronvermelding: | Anna Gawron-Skarbek, Jacek Chrzczanowicz, Joanna Kostka, Dariusz Nowak, Wojciech Drygas, Anna Jegier, and Tomasz Kostka. Cardiovascular Risk Factors and Total Serum
Antioxidant Capacity in Healthy Men and in Men with
Coronary Heart Disease. BioMed Research International
Volume 2014, Article ID 216964, 8 pages
Yuri Y. Sautin and Richard J. Johnson. URIC ACID: THE OXIDANT–ANTIOXIDANT PARADOX. Nucleosides Nucleotides Nucleic Acids. 2008 June ; 27(6): 608–619. |